Veteranendag  2009 04 07

 

 

07 april 2009 -Veteranendag

 

 

Toespraak van de Generaal 0.r. André Lejoly,

Voorzitter van Het Instituut voor Veteranen – NIOOO 

 

 

 

Geachte Heer Minister, Dames en Heren,

 

« Als schakel tussen de generaties zijn wij de referentie-instelling in dienst van de personen die lijden en strijden voor de vrede en de democratie »…

Deze zin, die men terugvindt op de banner van de website van het Instituut voor Veteranen – Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers, is de rode draad in de acties van ons Instituut voor zijn gerechtigden, de gemene deler van onze opdrachten.

 

« Schakel tussen de generaties ... »,omdat het Instituut een schakel wil zijn: enerzijds tussen getuigen van voorbije of recente conflicten en de jongeren van vandaag, anderzijds tussen onze Anciens – degenen die de Tweede Wereldoorlog mee maakten -en onze Veteranen.

 

Het is in die geest dat de Veteranendag dit jaar een bijzonder karakter heeft: naast een eerbetoon aan de mannen en vrouwen die in alle uithoeken van de aarde gediend hebben in het kader van de missies voor het behoud van de vrede en/of de humanitaire missies, wilden wij ook dat deze dag een eerbetoon was aan de Anciens.

 

Immers, ook al vertegenwoordigen de Veteranen zeker de toekomst van ons Instituut, die toekomst moet tot stand komen zonder te breken met het verleden en met respect voor onze oudste rechthebbenden. Net als hen hebben de Veteranen zich ingezet voor ons land om de waarden van vrijheid en democratie veilig te stellen, in België maar ook over de hele wereld.

 

De academische zitting die u bijwoont, zal zo de gelegenheid zijn voor een fakkeloverdracht tussen Anciens «Herinneringsoverbrengers» en Veteranen « Herinneringsoverbrengers ». Vandaag precies één jaar geleden, op 7 april 2008, heb ik mij tijdens dezelfde plechtigheid tot de honderden aanwezige Veteranen gericht en hen gevraagd zich te engageren voor de herinneringsactiviteiten van het Instituut en, net als heel wat van onze Anciens, « Herinneringsoverbrengers » te worden. De oproep werd gehoord, want de «Cel Veteranen», die alle activiteiten van het Instituut voor de Veteranen voorbereidt en coördineert, heeft sindsdien maar liefst 80 nieuwe « Herinneringsoverbrengers » geteld. Een echte « pool » van Veteranengetuigen werd zo samengesteld en hij wordt iedere maand groter. Ik maak dus van de gelegenheid gebruik om al wie er lid van werd namens het Instituut te bedanken.

 

Al die mannen en vrouwen komen de jongeren vertellen over hun ervaring doorheen de vaak recente conflicten: of het nu gaat om de gruwel van de genocide in Rwanda, de kwellingen van de burgeroorlog in ex-Joegoslavië, de dramatische gebeurtenissen in Somalië of om het even dat voorzichtig weer op adem komt in de ruďnes van Libanon of Afghanistan. Ook al zagen ze de dood allemaal van dichtbij, ze speelden ook allemaal een essentiële rol in de hulp aan de lokale bevolkingsgroepen en droegen juist daardoor hun steentje bij aan de vrede in de wereld.

 

Het doorgeven van die ervaringen aan de jongeren is uiterst belangrijk, want door de historische thema’s te vernieuwen houden zij de herinneringstraditie die het Instituut dierbaar is in ere. Dankzij de pool van

 

 

Veteranengetuigen kan het Instituut de herinnering aan de misdaden tegen de volkeren levendig houden en deelnemen aan de zoektocht naar de

 

 mechanismen van genociden, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Door hun getuigenissen zullen de Veteranen, volgens de traditie van hun voorgangers, onze jeugd de nodige stof geven opdat zij de wereld van morgen op stevige en democratische grondbeginselen bouwt. Die getuigenissen zijn dus één van de fundamenten van de herinneringstaak.

 

Bovendien heeft de ervaring ons ook geleerd dat de kracht van de Herinnering berust op wat men rechtstreeks kan gewaarworden: een plaats, een gezicht, een woord, een kleur. Vandaag herinnert die Herinnering ons aan 144 namen, 144 gezichten van personen die ver van hier sneuvelden en aan wie wij bijzondere hulde brengen door de inhuldiging van een «herinneringsmuur».

 

Die virtuele muur, waarvan we u de wording uitleggen in de film die u over enkele ogenblikken zult zien, zal spoedig op de website van het Instituut worden geplaatst en zal zo door iedereen geraadpleegd kunnen worden. Hoewel die 144 slachtoffers wettelijk gesproken de titel van Veteraan niet mogen dragen, wilden wij de aandacht vestigen op het offer dat ze brachten ter verdediging van een zaak die zij oprecht achtten.

 

Ik maak eveneens van de gelegenheid gebruik om de voorzitters van de verschillende Veteranenverenigingen te vragen zich, naar het voorbeeld van hun voorouders, te organiseren en zich op alle niveaus te engageren om de fundamentele waarden van democratie en van de rechten van de Mens die ons zo na aan het hart liggen levendig te houden. Ik ben ervan overtuigd dat de verenigingen verrijkt zullen worden door hun verschillen en nooit zullen vergeten dat zij de dingen samen zullen kunnen laten evolueren ten gunste van hun respectieve leden, allen veteranen.

De verandering van het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers in Instituut voor Veteranen – NIOOO, gestart in 2003, begint vaste vorm aan te nemen: het Instituut keerde ondertussen meer dan 12.000 Veteranenkaarten uit aan militairen of ex-militairen die deelnamen aan de operaties in het buitenland. Naast het feit dat het een werktuig is in dienst van zijn anciens, kan het Instituut niet anders dan in de komende jaren tot referentiewerktuig te worden in dienst van de Veteranen. Ik denk hier aan de specifieke behoeften van de veteranen, sommige nog zeer jonge, militairen en ex-militairen die lange maanden doorbrachten, ver van huis en van hun familie, in enorm uiteenlopende omstandigheden en die soms fysiek of mentaal gewond terugkeerden.

 

Ik ben ervan overtuigd dat het Instituut onvermijdelijk op een keerpunt staat in zijn geschiedenis: de Veteranen zijn een kans voor zijn toekomst, maar het is eveneens van belang dat het Instituut een kans is voor de Veteranen. Daarom moet het zich, door zijn structuren te laten evolueren, voorbereiden om de Veteranen zo goed mogelijk te onthalen, zoals het dat al decennialang deed voor de anciens die hen voorafgingen. Dat is onze uitdaging.

 

Bedankt.

  

 

 

André Lejoly

Voorzitter IV-NIOOO 

 

Menu